kerkuil, steenuil, bosuil


  kerkuil (Tyto alba)  

Lengte 33-39 cm, spanwijdte 80-95 cm, gewicht 330 gr.

De kerkuil is een standvogel die broed in Nederland in cultuurland. Is nacht actief en vooral zomers ook in de schemering.

voedsel bestaat hoofdzakelijk uit veldmuizen, ook spitsmuizen en woelmuizen, vogels, amfibieën en allerlei ongewervelde diertjes. Braakballen karakteristiek, donker en glanzend. 

Broed in boomholtes en vervallen en verlaten gebouwen, in Nederland voornamelijk in nestkasten die in boerenschuren en kerktorens worden opgehangen door de kerkuilenwerkgroep Nederland (www.kerkuil.com). Het aantal broedende kerkuilen is sterk afhankelijk van de muizenstand in Nederland, maar is gemiddeld 2500 paren . Broedperiode eind maart tot soms ver in het najaar. Gemiddelde leggrootte is 4-7 eieren, die om de andere dag worden gelegd. De broedperiode is 28 tot 30 dagen.

De kerkuil staat niet op de rode lijst van Nederlandse broedvogels, wel baard het aantal verkeersslachtoffers zorgen (50% van de doodsoorzaak).


 steenuil (Athene nuctua)  

lengte 23-27,5 cm, spanwijdte 50-57 cm, gewicht 202 gr.

De steenuil is een standvogel en leeft in velden, weilanden met boomgroepen en boomgaarden. is ook overdag actief en vaak zittend op een rasterpaaltje.

Voedsel bestaat voornamelijk muizen, vogels, kikkers. Ook regenwormen, rupsen, larve en kevers worden gegeten.

Broed in Nederland voornamelijk in steenuilenkasten, die door de steenuilenwerkgroep Nederland (www.steenuil.nl/home) worden geplaatst, er broeden ongeveer 6500 steenuilen in Nederland. Broedperiode van half april tot half mei. Legsel bestaat gemiddeld uit 3-5 eieren. Normaliter één legsel per jaar, incidenteel tweede legsel tot half juni. Broedduur: 24-28 dagen.

De steenuil staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels in de categorie Kwetsbaar.


  Bosuil (Strix aluco)  

lengte 37-43 cm, spanwijdte 81-96 cm, gewicht 470 gr.

De bosuil is een standvogel die leeft in bossen en parken met een voorkeur voor oude loofbomen. Is nachtactief.

voedsel bestaat uit zoogdieren en vogels, tot het formaat jonge konijnen en duiven. Daarnaast kikkers en padden, kevers en regenwormen.

Broed voornamelijk in boomholtes, Nederland huisvest zo'n 5500 broedparen.

Legperiode soms al in februari, meestal in maart. Legsel varieert van 1-7 eieren. Meestal 2-4 eieren. In voedselarme jaren geen broedsel. Eén legsel per jaar. Eieren bebroed vanaf het 2e of 3e ei, met een van broedduur 28-29 dagen. 

De bosuil staat niet op de rode lijst van Nederlandse broedvogels.